Historie

Tijdens de watersnoodramp van 1953 verdwenen archief en instrumentarium van de vereniging grotendeels, zodat over deze periode 1896-1953 heel weinig meer bekend is. Wel weten we dat De Hoop haar eerste concert gaf tijdens het inhuldigingsfeest van Koningin Wilhelmina op 6 september in 1898 en in 1911 een muziekfestival organiseerde in Ouddorp.

Wel is nog bekend dat men aan het begin van deze eeuw een aantal goede periodes beleefde met mooie resultaten, nadere bijzonderheden ontbreken evenwel.

In 1941 sloot de vereniging zich aan bij de KNF, later KNFM geheten en sinds 1 januari 2014 KNMO.

De jaren vijftig en zestig kenmerken zich door zeer matige concoursresultaten en een zeer kleine bezetting: soms bestond het orkest uit niet meer dan 15 personen. Vrouwelijke orkestleden kwamen vrijwel niet voor, saxofoons waren onbekend en ongewenst, “wij zijn een echte fanfare” ,zei men in Stellendam en men dacht dat saxofoons daar niet bij hoorden.

Eind jaren zestig kwam de ommekeer. Het orkest begon te groeien naar zo’n dertig personen, (mede dankzij de opleiding van jeugdige leden) en in 1973 werd zelfs de Vaandelafdeling bereikt.
De jaren zeventig nog steeds onder leiding van de heren Dekker en Willemsen waren aardig maar toch nog niet spectaculair, De Hoop was en bleef een modale Vaandelafdelingvereniging.

Bezielende leiding is die tijd was in handen van voorzitter Dhr. A. Dekker en dirigent Dhr. Henk Willemsen.

Onder geestdriftige aanvoering van het bestuurslid wijlen Dirk Jansen stootte De Hoop in de jaren tachtig door naar de top, sinds 1981 onder de zeer deskundige leiding van dirigent Arie Stolk. Het orkest groeide verder uit naar zo’n 55 à 60 personen en in 1983 werd men voor de eerste keer Landskampioen, hetgeen in 1989, 1997, 2000, 2004 werd herhaald.

In 1997 behaalde men het astronomische aantal punten van 173,5 een absoluut record in de historie van De Hoop wat dan ook werd beloond met een erediploma.

In 2005 werd De Hoop als eerste fanfare Nederlands Fanfare Kampioen, dit omdat de drie Nedelandse muziekbonden de armen ineen hebben geslagen en een gezamelijk kampioenschap organiseerden.
In 2006 en 2007 prolongeerde De Hoop deze titel door in het voor De Hoop vertrouwde Musis Sacrum in Arnhem wederom het hoogst aantal punten behaalde.

Verder werd in de jaren tachtig een eigen muziekschool in het leven geroepen, welke van overheidswege officiële erkenning verkreeg. Thans is is deze school opgegaan in het bredere kader van alle muziekverenigingen van de Gemeente Goedereede onder de naam “Muziekschool De Deltastreek”.

In 1996 bestond De Hoop honderd jaar. Dit jubileum werd door tal van muzikale activiteiten opgeluisterd, o.a. een jeugdfestival en het “Goodwill” concert i.s.m. de KNRM (Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij) en er werd een prachtige cd opgenomen (welke de opvolger was van de in 1983 opgenomen elpee).
Deze cd geeft een goed beeld van de muziek waarmee De Hoop zich momenteel bezig houdt.

In 2006 vierde De Hoop hun 110-jarig jubileum en het dirigenten jubileum van dirigent Arie Stolk, welke al 25 jaar de muzikanten van De Hoop weet te stimuleren en te motiveren.
De gehele was georganiseerd door de concertcommissie welke speciaal voor dit evenement was omgetoverd tot jubileumcommissie.

in 2008 besloot de vereniging verder te gaan in de concertafdeling van de KNFM, om meer keuze vrijheid in het te spelen repertoire te krijgen en hierdoor voor dirigent en orkest een goede uitdaging te hebben om naar toe te werken.

Voor deze wedstrijd in 2008 was er weer gekozen om dit te doen in het zeer mooie muziekcentrum Enschede waar al vele jaren de organisatie in handen is van Muziekvereniging Excelsior uit Losser.
Deze vereniging weet met een perfecte begeleiding en organisatie de concoursdeelname voor alle deelnemende verenigingen van aankomst, inspelen, uitvoering en opruimen in goede banen te leiden.
De Hoop speelt in deze zaal altijd met groot plezier door de mooie accoustiek en het grote podium.

Dit concours was er gekozen om muziekwerken te spelen die betrekking hadden op het 110-jarig jubileum van orkest in 2006. Zoals het werk Waterman geschreven in opdracht van De Hoop door componist Maurice Hamers, The legend of the flying Dutchman van Martin Ellerby en een muziekwerk To Vega and Back geschreven door componist Maarten Spruijt welke afkomstig is van het eiland Goeree-Overflakkee (waar Stellendam ook op ligt) . Al deze werken zijn ook te vinden op de jubileumcd Legendary welke het orkest heeft gemaakt voor het 110-jarig jubileum. Dit optreden werd beloond met 92,5 punten, wat ook nog eens het hoogst aantal punten bleek te zijn wat in dat jaar op een wedstrijd in de concertdivisie was behaald.  Wat betekende dat er weer een kampioenstitel behaald was.

2010 was er weer een deelname in de concertdivisie en reisde het orkest wederom naar Muziekcentrum Enschede. Deze keer was er gekozen voor een muziekwerk van Johan de Meij genaamd Extreme Make Over. Dit werk heeft zeer moeilijke passages met veel techniek, maar ook rustige en bijzondere passages zoals muziek maken op flesjes (gevuld met water) op verschillende hoogten die een marimba solo begeleide. Naast dit werk werd ook Babylon van Maurice Hamers en Symphony for Brass and Persussion van Alfred Reed ten gehore gebracht voor het in grote getale aanwezige publiek. Dit optreden werd beloond met het fenomenale aantal van 95 punten en het predicaat Zeer Goed. Met dit aantal punten kreeg het orkest ook de eerste oranje wimpel die hierbij hoort, er zijn nog maar weinig orkesten die deze wimpel in hun bezit hebben.

In 2012 kreeg het bestuur een uitnodiging voor deelname aan een internationaal concours in de stad Luxemburg voorjaar 2013. Na een goede voorbereiding stapten de muzikanten ‘sochtends vroeg in de touringcar van de firma Mijnders om na een lange reis in te checken bij het overnachtingshotel aan de rand van Luxemburg. In de avond was een generale georganiseerd in de concertzaal van het Luxemburgs concervatorium, het publiek deze avond bestond naast diverse Luxemburgse muziekliefhebbers ook uit een groot aantal trouwe suporters die het orkest nagereist waren.

De volgende dag werd er afgereist naar de concertzaal de stad Luxemburg, er was al veel verteld over de bouw van het pand en de imposante pilaren waar het gebouw op ruste en het mooie podium waar op gespeeld werd en niets bleek minder waar het gebouw zag er schitterend uit en was er een warm welkom van de organisatie bij aankomst in de Philharmonie.

Er deden drie orkest mee in de concertdivisie Fanfare waarin De Hoop in uit kwam, een orkest uit Belgie en één uit Luxemburg zelf.

Het verplichte werk was van de Rob Goorhuis genaamd A Diamond for Parker, voor het keuzewerk was er gekozen voor een compositie van Maurice Hamers Heaven On Earth en als inspeelwerk Gaia van Christiaan Janssen. Het optreden werd beloond met 93,25 punten wat het hoogste aantal bleek van de drie deelnemende orkesten. Zondags werden na een spetterend concert van La Musique militaire Grand-Ducale de prijzen overhandigd aan de vertegenwoordigers van de deelnemende orkesten.

Voor de volgende concoursdeelname in 2014 was er weer gekozen om naar Enschede af te reizen om wederom in de concertdivisie deel te nemen, dit was de laatste mogelijkheid om mee te doen aan een landelijk bondsconcours in deze vorm voordat de muziekbonden per provincie zullen worden opgedeelt en de KNMO de landelijke organisatie zal worden.

Voor dit concours had het orkest weer een bijzonder muziekwerk voor de jury en het publiek in petto, namelijk de muzikale vertolking van een Het boek De verschrikkingen van het ijs en de duisternis van de Oostenrijkse schrijver Christoph Ransmayr. Deze compositie heeft de componist Harry Janssen geschreven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Gelders Fanfare Orkest in 2013 en voor de deelname aan het Wereld Muziek Concours 2013 in Kerkrade.

Het verhaal gaat over het zeilstoomschip Admiral Tegetthoff welke in juli 1872 vertrok vanuit de Noorse haven Tromsø, met aan boord de Oostenrijks-Hongaarse Noordpoolexpeditie van Julius von Payer en Carl Weyprecht. Doel: het vinden van de Noordoostelijke Doorvaart voor schepen van de Atlantische Oceaan naar de Grote Oceaan.

Eind augustus, eerder dan verwacht, kwam het schip vast te zitten in het ijs. De bemanning verkende vervolgens het gebied ten noordwesten van Nova Zembla. Maar in de zomer van 1873 brak het schip niet los uit het pakijs, zoals men had gehoopt. Wel ontdekte het team in die periode een nieuwe archipel, die Frans Jozefland werd genoemd. Na een tweede poolwinter vol ontberingen zat het schip nog steeds muurvast. De bemanningsleden besloten de Tegetthoff op te geven en met sleden en reddingssloepen terug te keren naar de bewoonde wereld. Half augustus 1874 bereikten ze de open zee – en twee weken later het vasteland van Rusland. Wonderwel kostte de expeditie aan slechts één lid het leven.

De uitgebreide verslagen die er van de expeditie zijn inspireerden de Oostenrijkse schrijver Christoph Ransmayr ruim honderd jaar later tot het schrijven van zijn roman “Die Schrecken des Eises und der Finsternis”. Toen het Gelders Fanfare Orkest componist Harrie Janssen vroeg een werk te schrijven ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum en de deelname aan het Wereld Muziek Concours 2013 in Kerkrade, had Janssen al enige tijd het idee om een stuk te schrijven voor orkest en spreekstem.  Het verhaal van Ransmayr, een van Janssens’ lievelingsauteurs, bleek een zeer geschikte basis te zijn. Het heeft alle ingrediënten voor een opbouw in spanning en sfeer – en voor de nodige interactie tussen orkest en spreker, die in het kader van de verklankte gebeurtenissen op elkaar kunnen reageren. Wie met de ogen dicht luistert naar De verschrikkingen van het ijs en de duisternis, ziet de Admiral Tegetthoff hopeloos vastgeklemd tussen de dreigende ijsmassa’s, het geploeter van de mannen in het duister van de poolwinter en het betoverende kleurenspel van het noorderlicht.

De spreker in deze muzikale vertolking was in handen van Frans Limburg welke ook de premiere met het GFO heeft gedaan. Frans vond het zeer leuk om het werk ook met De Hoop uit voeren.

Het tweede muziekwerk was ook deze keer weer van componist Maurice Hamers Lost Herritage en ook deze compositie was er één met een verhaal. De compositie Lost Heritage is door Maurice Hamers gecomponeerd voor de Fanfare Koninklijke Landmacht.
Dit orkest is vanwege bezuinigingen bij defensie eind 2012 opgeheven. Het enige professionele militaire fanfareorkest ter wereld bestaat sindsdien niet meer.
Maurice Hamers had de eer om voor de laatste concerten dit stuk te schrijven.
Hierin beschrijft hij niet alleen het leven van een militair muzikant en het opheffen van het orkest in 2012,
maar memoreert hij ook aan de Hercules ramp van 1996, waarbij het eerste Fanfareorkest van de Landmacht is verongelukt.
Gelukkig blijft er hoop, ondanks dat door het opheffen van de FKKL een stuk Nederlands erfgoed verloren is gegaan.

Het optreden van orkest werd beloond met 95 punten en het predicaat Zeer Goed en betekende wederom een kampioenstitel in de concertdivisie.